Dalheim is een van de weinige voormalige kloosters in Noord-Duitsland waar bezoekers vandaag de dag nog een indruk kunnen krijgen van hoe het complex er in de barokke periode uitzag. Na een geschiedenis met allerlei bestemmingswisselingen werd hier in 1429 een Augustijnerklooster gevestigd. Als gevolg van de secularisering werd dit gebruik in 1803 beëindigd. Een olieschilderij uit 1739 geeft een beeld van de bloeitijd van de tuinen in de barokke periode.
Op het schilderij is ten westen van de kloostermuur de ‘Eichkamp’ te zien waar de kloosterlingen varkens hielden. De abtstuin is een van de centrale elementen van het complex.
Ten zuiden van het klooster ligt de conventstuin. Deze bestond uit een aantal terraslagen die via trappen met elkaar in verbinding stonden. Aantrekkelijke elementen hier waren de twee fonteinen. Bij archeologische opgravingen werden restanten van de fonteinen en van voormalige steunmuren en trapconstructies gevonden.
Sinds 1979 is het complex eigendom van het Landschaftsverband Westfalen-Lippe dat hier het Westfaals kloostermuseum heeft gevestigd.
Dalheim, dat in een prachtig landschap ligt, is een van de weinige voormalige kloosters in Noord-Duitsland waar bezoekers een goede indruk kunnen krijgen van hoe het klooster er in de barokke periode uitzag. Het complex wordt omgeven door een bijna één meter brede en 1030 meter lange muur.
Als Augustijner nonnenklooster werd het in 1264 voor het eerst vermeld, maar na overvallen en brandschattingen werd het in de veertiende eeuw opgegeven. Vanuit het buurklooster Böddeken kwamen er in 1429 nieuwe bewoners naar Dalheim, Augustijner monniken ditmaal. In 1803 werd het klooster opgeheven en kregen de kerk en het conventsgebouw een nieuwe bestemming als puur agrarische gebouwen. In 1979 koopt het Landschaftsverband Westfalen-Lippe het voormalige klooster om het tot Westfaals kloostermuseum uit te bouwen.
De oudste gebouwen zijn de tussen 1460 en 1475 gebouwde laatgotische kloosterkerk en het conventsgebouw met vier vleugels en een kruisgang. In de late zeventiende en vooral in de achttiende eeuw beleeft Dalheim zijn grootste economische en culturele bloei. Onder abt Bartholdus Schonlau ontstaan tussen 1708 en 1730 in totaal 23 nieuwe gebouwen die zich kenmerken door hun afmetingen en hun solide constructie. Ze zijn bijna allemaal behouden gebleven. De drastische barokke omvorming maakt van het complex een van de pronkstukken van het Paderborner Land.
Van de vele tuinen van het klooster is nog maar weinig terug te zien. Een olieschilderij uit 1739 geeft echter een mooi beeld van de ideale toestand van het barokke geheel. Centrale elementen zijn hierin de abts- en conventstuinen. De langgerekte abtstuin ligt op een hoger gelegen terras. De aan beide zijden van een centraal pad aangelegde perken waren omzoomd met buxusheggen; de hoeken werden geaccentueerd met in vorm gesnoeide boompjes. Voor vorst gevoelige kuipplanten overwinterden in de nog altijd bestaande orangerie aan de noordkant van de tuin. In de zomer deed dit gebouw dienst als tuinhuis en concertzaal. Een verder accent in de abtstuin is het in de kloostermuur geïntegreerde kleine tuinhuis.
Het zuidelijke gedeelte van het ommuurde klooster werd ingenomen door de aan de monniken en hun gasten voorbehouden conventstuin. Een aantal terraslagen werd hier door een centrale lengteas en paden die daarvan aftakten met taluds en trappen met elkaar verbonden. De ronde fontein in het middelste gedeelte en de vierkant fontein onderin waren bijzondere blikvangers. Optisch rondden twee ‘waterspiegels’ waarin de gebouwen en het park zich moesten weerspiegelen de conventstuin naar het oosten af. Archeologische opgravingen hebben aangetoond dat er onder het oppervlak vele overblijfselen van de oude steunmuren, trappen en fonteinen behouden zijn gebleven. De zorgvuldige restauratie van de conventstuin naar historisch voorbeeld moet de bezoekers een nog betere indruk geven van de tuingeschiedenis van het klooster.
Het complex telde nog meer tuinen, waaronder een kruidentuin nabij het hospitaal van het klooster. De in 2002 aangelegde tuin met geneeskrachtige kruiden weerspiegelt het niveau van de medische kennis in kloosters in de barokke tijd. De hoevetuin achter de stallen en schuren in het noorden leverde groente en fruit; in 1886 stonden hier 80 appel-, peren- en pruimenbomen. Het eikenveld (‘Eichkamp’) voor de kloostermuur bestond oorspronkelijk uit op regelmatige afstanden, in rijen geplante eiken die voer leverden voor de varkens en als houtreservoir en bescherming tegen de weersomstandigheden fungeerden. Een groot deel van de bomen die hier nu staan, stamt nog uit de kloostertijd.
Kloosters zijn eeuwenlang van grote invloed geweest op de ontwikkeling van Europa. Naast hun enorme betekenis als centra van de religie en overbrengers van het christelijke geloof zijn het altijd plekken van onderwijs, onderzoek, kunst en economische ontwikkeling geweest.
Met zijn gotische kruisgangen, florerende tuinen en nieuwe expositieruimtes nodigt het LWL-Landesmuseum für Klosterkultur in Dalheim bezoekers uit de fascinerende rijkdom van de kloostercultuur te ontdekken. En daartoe behoren niet alleen ora et labora, maar ook muziek en theater, eten en drinken, belangwekkende kunstschatten, bouw-, boek- en tuinkunst.
Am Kloster 9
33165 Lichtenau (Kreis Paderborn, NRW)
Tel: 05292 / 9319 – 0
Fax: 05292 / 9319 – 119
E-Mail: kloster-dalheim@lwl.org
www.lwl.org/kultur/dalheim/
Owner/Management
Landschaftsverband Westfalen-Lippe
Opening times:
Tuesday – Sunday 10:00 – 18:00, closed on Monday (except public holidays)
Open all year round, except 24., 25. and 31.12.
Admission prices:
Adults: 6,00 €
Groups (16 and more people): 4,80 € each
Young People (6-17): 2,20 €
Family ticket: 13,00 €
Guided tours for groups and schools in English on request
Events, exhibitions:
See Website.
Customer services:
Shop: yes, during opening times of museum | |
WC: at main entrance and within the museum building | |
Restaurant: yes | |
Parking: Free parking – 5 minutes walk to main entrance | |
Seats, benches: yes | |
Average visiting duration: 3 hours | |
Accessibility: due to the historic structures not all sections of the ground and the monastery are fully accessible. A 10 minutes (unsheltered) walk is required from parking area to the museum. Adapted WCs are available at the main entrance and restaurant. |
Map of site and additional information:
Information flyer available at the museum. | |
Information panels on site | |
Plants within the medicinal garden and convent garden are labelled |
Accessibility: Information available from Tourist-Information Lichtenau, Telefon: 05292 1664.
How to get there by car: From Paderborn/Warburg follow B68 until Lichtenau, at the junction follow “Westheim/Dalheim”
BAB 33/A 44: BAB 33 from Bielefeld, exit Wünnenberg-Haaren follow direction Kassel (A 44), exit Marsberg/ Meerhof. Follow signs to Lichtenau, after 4 km Dalheim is signposted
Aeroport: Paderborn/Lippstadt at 25 km distance
U bekijkt momenteel inhoud van een plaatshouder van Google Maps. Klik op de knop hieronder om de volledige inhoud te bekijken. Houd er rekening mee dat u op deze manier gegevens deelt met providers van derden.
Meer informatie